Een ketengedicht bij het onderwerp oorlog en vrijheid


ONDERSTAANDE OPDRACHT IS GEMAAKT DOOR ANIKA VERSCHUUR VOOR PRO LEERLINGEN.

''In tijden van oorlog was ik nog klein
Fijn en veilig was ik nooit bang
Lang voordat de kanonnen vuurden
Stuurde mijn moeder mij gewoon naar school
Vol hoop zag ik mijn toekomst in
Ging ik na zo'n dag gewoon naar huis
Thuis waar stilte klonk
Zonk ik weg in vrede
Beneden waar mijn vader huilt
Schuilt de angst voor oorlog
Toch stiekem in ons hart''
 
Een ketengedicht is een vorm van een schrijfsel waarbij losse zinnen onder elkaar worden gezet en dus niet doorlopen op de volgende regel. Het laatste woord van de zin rijmt op het eerste woord van de volgende zin. Hierdoor krijg je tijdens het lezen en vooral tijdens het hardop voorlezen een mooi ritme, met nadruk op steeds dat laatste en eerste woord.
Volgens de fases van het creatief schrijfproces ga je eerst het thema introduceren, dat kan natuurlijk middels 1 van de onderduikverhalen uit het boek. Je kan dit voorlezen of online beluisteren. Vervolgens ga je door met fase 2, het inventariseren, oftewel kijken welke woorden je al hebt rondom het thema. Middels een gezamenlijk woordweb, associeeroefeningen, gesprekken of het kijken van filmpjes verzamelen de leerlingen hun woorden.
Omdat er bij een ketengedicht gerijmd mag worden kun je ook aandacht besteden aan rijmwoorden of rijmoefeningen doen. Of gebruik een hulpsite zoals www.rijm.nu Ext
Daarna is het tijd voor fase 3, het inzoomen op de woorden en het thema en dus daadwerkelijk aan de slag met de verzamelde woorden en ideeën. Om ze op weg te helpen kun je deelvragen op het bord zetten:

- Ga je schrijven over oorlog of over vrede?
- Ga je schrijven vanuit een 'ik-figuur' of vanuit een 'hij-zij figuur'
- Schrijf je over een mens of een dier?
- Is jouw hoofdfiguur een goed of een kwaad persoon? De vijand of niet?
- Geeft jouw schrijfsel hoop? Of is het verdrietig?


Te moeilijk?
Geef de leerlingen dan beginzinnen die ze af mogen schrijven en doe dit nog zonder de rijmwoorden, dus alleen 6 tot 8 zinnen op papier over het onderwerp. Begeleid deze oefening zin voor zin:

- ik ga schrijven over ..... (oorlog, vrijheid, kanonnen, soldaten etc.)
- ik ben een ..... (mens, dier, ding)
- ik voel mij ..... (een gevoel of emotie)
- dat komt omdat ..... (een reden voor de emotie)
- ik zou willen dat ..... (schrijf hier een gevoel of wens)
- morgen ga ik ..... (een activiteit of gebeurtenis)
- want dan ..... (een gevolg van die activiteit)
- ik ga schrijven over ..... (een ander woord dan in zin 1)


Voor degene die wil of het denkt te kunnen mogen ze nu proberen het laatste woord van een zin te laten rijmen op het eerste woord van de volgende zin. Daarbij mogen ze de woorden best veranderen en het eerste schrijfsel dus gaan aanpassen. Voor degene die dit moeilijk vinden kun je kijken of in duo's werken kan helpen of je laat ze een kader tekenen om het gedicht. Dit kan grafisch zijn, zoals hieronder, of meer beeldend met kleine tekeningetjes eromheen. En natuurlijk vraag je aan het eind van de les wie zijn ketengedicht wil declameren (oftewel voorlezen!).